Troonkamers van de Minoïsche wereld
In tegenstelling tot Myceense of Hettitische troonkamers, die meestal deel uitmaakten van megarons (grote rechthoekige zalen met een centrale haard), is de troonzaal van Knossos veel kleiner, meer omsloten en mist een duidelijke ruimte voor grote toeschouwers of vuuraltaren. De zetel zelf is opvallend laag en smal, waardoor theorieën zijn ontstaan dat de hoofdbewoner misschien geen traditionele koning was, maar eerder een priesteres of de symbolische vertegenwoordiger van een vrouwelijke godheid.
De griffioenfresco's behoren tot de meest opvallende kenmerken. Hoewel de beelden oosterse invloeden oproepen, zoals de beschermbeesten in Egyptische kunst en kunst uit het Nabije Oosten, is hun plaatsing in een kleine, afgesloten kamer in plaats van bij een monumentale ingang een unieke Minoïsche keuze.
Waar de meeste kamers met troon uit de Bronstijd werden gebouwd om koninklijke macht en politieke dominantie te tonen, wijst de kleinere, meer symbolische ruimte in Knossos op een ander soort autoriteit, die waarschijnlijk eerder geworteld is in ceremonieel gezag dan in openlijk koningschap.