Als je 'labyrint' hoort, denk je waarschijnlijk aan een eindeloos doolhof van kronkelige doorgangen. Dit opmerkelijke Minoïsche complex ligt net buiten het hedendaagse Heraklion en heeft een ingewikkelde indeling met meer dan duizend kamers, kronkelende gangen en meerdere niveaus. Voor iemand die niet bekend was met de indeling, zou het navigeren door het paleis een desoriënterende ervaring zijn geweest, net als het betreden van een echt labyrint.
In het begin van de 20e eeuw begon de Britse archeoloog Sir Arthur Evans opgravingen te doen in Knossos en werd getroffen door hoe sterk de ruïnes leken op de oude mythe. Hij noemde de beschaving 'Minoïsch', naar koning Minos, en geloofde dat het paleis het legendarische Labyrint zelf was. Hoewel sommige interpretaties van Evans geromantiseerd waren, verbonden zijn ontdekkingen mythe en archeologie stevig met elkaar en gaven ze de legende van het Labyrint een fascinerende historische achtergrond.